Archief: 1999

21 januari 1999
NRC strafzaak Bouterse
De Haagse rechtbank begint op 22 maart, na 7 jaar onderzoek, aan het strafproces inzake drugshandel tegen Desi Bouterse en vier andere hoofd verdachten. De meest ambitieuze Nederlandse drugszaak onder leiding van Officier van Justitie Charles van der Voort en commissaris Tom Driessen.
In 1986 waarschuwde de CRI in een geheim rapport al voor grootschalige drugstransporten uit Suriname, waar Bouterse bij betrokken zou zijn. Op de ministeries in Den Haag zegt men echter van niets te weten.
Als de politie via de media alarm slaan zegt Minister van Justitie Korthals Altes in 1989 in de Kamer dat er geen aanwijzingen zijn voor de belangrijke rol van de Surinaamse militairen in de drugshandel. Pas in 1992 besluit het Kabinet dat de Surinaamse ‘roversbende’ moet worden aangepakt. Minister Hirsch Ballin die in 1989 aangetreden was maakte zich hier met name hard voor. Op 2 november 1995 rapporteert het Haagse OM aan minister Sorgdrager (dan minister van Justitie) dat het vervolging van Bouterse wenselijk en haalbaar acht. Het duurt dan nog anderhalf jaar voordat het OM het groene licht krijgt om de dagvaarding voor te bereiden. De vertraging is het gevolg van politieke onwil, aldus van der Voort.
Ook in 1996 wordt het Haagse OM te verstaan gegeven dat het kabinet voorlopig geen actie wil. Er volgt een tijdelijke aanwijzing van Sorgdrager dat er voor de verkiezingen in Suriname ( voorjaar 1996) niets gedaan mocht worden. Uiteindelijk besluit het kabinet onder druk van de 2e Kamer dat de strafzaak moet doorgaan. In april 1997 wordt het parlement vertrouwelijk geïnformeerd dat via Interpol een internationaal aanhoudingsbevel tegen Bouterse zal worden uitgevaardigd. Op 18 juli van dat jaar wordt Bouterse per toeval gesignaleerd in Brazilië . Een mede door Sorgdrager gesteund arrestatieverzoek aan Brazilië wordt op het laatste moment niet ingediend. Minister van Mierlo houdt het tegen omdat hij denkt dat Brazilië het verzoek niet zal inwilligen. Sindsdien gaat het OM er vanuit dat het proces tegen Bouterse bij verstek zal worden gevoerd.
Begin 1999 de Volkskrant Pokeren met knipsels
(Uitgebreid verhaal over de inhoud van het CoPa dossier)
En er is aandacht voor de decembermoorden in 1982 en voor de moorden in Rijswijk in 1985 in het gebouw van het Surinaamse verzet. Nader onderzoek heeft geleerd dat de betrokkenheid van Bouterse bij deze moorden niet moet worden uitgesloten, luidt de koele mededeling daarover in het dossier.
(….) Met name het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt door het CoPa team niet vertrouwd. Ten behoeve van een goede relatie met Suriname zou die het onderzoek tegen de CoPa verdachten, subtiel hebben willen saboteren.