Archief: 1995 & 1996

8 november 1995
Groene Amsterdammer. Alleen Desi houdt nog van Winnie. Vorige week stelde de officier van justitie Van der Voort tijdens zijn verhoor door de commissie-Van Traa (IRT-affaire) dat het CoPa-onderzoek, onder zijn leiding, wordt tegengewerkt door een aantal topambtenaren van Justitie, Buitenlandse Zaken, Algemene Zaken en Binnenlandse Zaken (BVD), die gezamenlijk bekend staan als ‘de Groep’. Volgens hem waakt deze club min of meer op eigen gezag over de relaties met Suriname en houdt zij Desi Bouterse de hand boven het hoofd. Het bestaan van de Groep is de zoveelste aanwijzing dat Nederland er een geheim Suriname-beleid op nahoudt dat haaks staat op het officiële streven naar herstel van de Surinaamse rechtsstaat. Al in de jaren tachtig hield het ministerie van Justitie alarmerende rapporten van de Centrale Recherche Informatiedienst over de cocaïnehandel vanuit Colombia en Suriname achter. Om van Bouterse verlost te zijn, bood de Inlichtingendienst Buitenland hem in 1991 zelfs achtmiljoen gulden indien hij naar Brazilië zou verhuizen. Kamervragen over Bouterses aandeel in de drugshandel werden gesmoord met verwijzingen naar de gevoeligheid van de betrekkingen en het gebrek aan machtsmiddelen van Justitie. Wel werd het rechtshulpverdrag met Suriname ondertekend, hoewel het niet voorzag in de uitlevering van verdachten aan Nederland. Daarentegen werden Surinaamse asielzoekers die op de vlucht voor Bouterse naar Nederland waren uitgeweken en Justitie uitvoerig hadden ingelicht omtrent zijn criminele activiteiten, onverbiddelijk teruggestuurd naar Suriname.
20 april 1996
Haagse Courant. Onthulling Rijswijkse moorden. De huidige Surinaamse legerleider Glenn Sidney zat achter de moord op drie ( ) mannen in maart 1985. Een hoge Nederlandse inlichtingenofficier, destijds betrokken bij het onderzoek zegt dat Glenn Sedney de architect van de aanslag was. Officieel is het onderzoek naar de moorden gestagneerd. Drie jaar geleden verklaarden hoofdinspecteur Geeratz en andere politiefunctionarissen dat het onderzoek – vooral voor de nabestaanden – hoogst onbevredigend verliep. Geeratz zei ook dat het onderzoek een andere wending zou nemen zodra het rechtshulpverdrag met Suriname weer in werking zou zijn. Dat is sinds enkele maanden het geval. Maar de Haagse persofficier mr. S. Horstink weerlegt Geeratz uitspraken. “Het onderzoek is destijds niet vastgelopen vanwege de slechte betrekkingen tussen Nederland en Suriname. We hebben geen verdachten om aan te houden. Het onderzoek loopt nog steeds en de politie is nog altijd alert op nieuwe gegevens”. Volgens de inlichtingenofficier was echter elf jaar geleden al bekend wie de moorden heeft gepleegd. “Toenmalig legerleider Bouterse gaf opdracht tot de terreuractie, Sedney was de operationele officier achter de aanslag”,aldus de inlichtingenman. “De drievoudige moord werd uitgevoerd door Haïtiaanse huurmoordenaars die net als Sedney zijn opgeleid op Cuba. Sedney was destijds militair attaché aan de ambassade in België.
Moordpartij mág niet worden opgelost. Het onderzoek door de politie en de BVD naar de Rijswijkse moorden spitst zich toe op pro-Boutersekringen in ons land. Vier verdachten worden aangehouden maar worden bij gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. Het dossier verdwijnt naar de plank.
Volgens meerdere bronnen kan de leider van het onderzoeksteam de Rijswijkse politieman D. Anneveldt zijn frustraties niet de baas. Anneveld zou een artikel over het bloedbad in het Nederlandse Politieblad hebben willen schrijven. Een verhaal over hoge ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Justitie die niet willen dat de waarheid omtrent de moorden aan het licht kwam en zijn onderzoek frustreerden. Dit artikel zou zijn weggecensureerd door het toenmalige hoofd van het politieblad, drs.N.van Hulten, vandaag de dag de tweede man bij de BVD. Anneveld wil niet reageren.
Kort na de aanslag was in Nederlandse inlichtingen kringen bekend wie de moordenaars waren en wie de architect van de aanslag was. Achteraf gezien had de Bevrijdingsraad het met zijn vermoedens dat de aanslag was gepleegd door een zogeheten hit en run team van Bouterse het nog het meest bij het rechte eind.
Volgens een hoge Nederlandse inlichtingenofficier kwam de terreurdaad geheel voor rekening van Bouterses levensgevaarlijke elitekorps. Commandant Glenn Sedney zat in die tijd als militair attaché in Brussel. In 1981 werd hij door Bouterse naar Cuba gestuurd om te worden opgeleid als geheim agent. De twee daders van de aanslag in Rijswijk waren Haïtianen. Cuba gebruikt vaker Haïtianen voor hun klussen. “Omdat ik wist”, gaat hij verder “dat Sedney was getraind op Cuba kwam ik tot de ontdekking dat hij vanuit Brussel de aanslag heeft georkestreerd”.
Er zit nog een dimensie achter de Rijswijkse moorden. Uit een ultrageheim document blijkt dat de Surinaamse militaire inlichtingendienst vanaf de coup in 1980 tot de decembermoorden van 1982 is getraind door de Nederlandse militaire inlichtingendienst, in opdracht van Defensie minister van Mierlo.
Dit vanuit het motto, ‘If you can’t beat them, join them’. Dit werd ook meegedeeld aan het Witte Huis in Washington, dat hier volkomen achter stond.
23 april 1996
NRC. Van Mierlo steunde in 1981 regime-Bouterse met wapens. Minister van Mierlo (Buitenlandse Zaken) heeft in december 1981 als minister van Defensie opdracht gegeven de Surinaamse militaire inlichtingendienst van legerleider Bouterse steunen met opleidingen en wapens. Dit zegt het hoofd van de militaire inlichtingendienst van de landmacht (LAMID), kolonel A. Schulte. Van Mierlo bevestigt dit. De steun was nodig om een verder radicaliseren te voorkomen. Als Nederland zou stoppen was de kans groot dat Bouterse zijn heil zou zoeken bij Cuba of de Sovjet-Unie. Ook na de decembermoorden in 1982 handhaafde van Mierlo de hulp aan Suriname.
24 april 1996
Rotterdams Dagblad. Kamer wil opheldering Rijswijkse moorden.VVD, PvdA en Groen Links hebben opheldering gevraagd over de wapenleveranties aan Suriname. De Surinaamse inlichtingendienst was verantwoordelijk voor meerdere moordpartijen in Nederland, waaronder de moord in 1985 op drie jongemannen in Rijswijk. Officieel is het politieonderzoek gestagneerd. Een hoge Nederlandse inlichtingenofficier, betrokken bij het onderzoek, heeft in een onderzoek met deze krant echter gezegd dat Bouterse en Sedney achter de aanslag zaten.
25 april 1996
Haagse Courant? Van Mierlo ontkent steun “moordbrigade” van Bouterse. De Surinaamse militaire inlichtingendienst heeft begin jaren tachtig geen steun gekregen van Nederlandse collega’s.
23 mei 1996
Weekkrant Suriname. Oplossing Rijswijkse moorden komt dichterbij.
Volgens een bron bij de Rotterdamse criminele inlichtingendienst zijn onlangs belangrijke nieuwe gegevens ter kennis gekomen van de opsporingsdiensten over de mogelijke daders van de moorden die in de nacht van 7 maart 1985 in Rijswijk zijn gepleegd in het gebouw waarin ook de toenmalige Raad voor de bevrijding van Suriname bijeenkwam. Volgens mededelingen van een bron bij Justitie is de politie op grond van recent verkregen inlichtingen de mogelijke daders zeer dicht genaderd. De daders zouden moeten worden gezocht in het criminele circuit dat zich destijds ophield rond de Rotterdamse Kruiskade en waar nauwe relaties bestonden met de destijds op de Surinaamse ambassade in Den Haag geplaatste agenten van de militaire inlichtingendienst. De op verschillende ambassades en consulaten gevestigde units van de militaire inlichtingendienst vielen in die tijd onder het rechtstreekse commando van Bouterse’s rechterhand en inlichtingenchef Rupert Christoffel.
7 juni 1996
Haagse Courant. Betrokkenheid Sedney bij moord Rijswijk blijkt niet.Volgens minister Sorgdrager (Justitie) is niet gebleken dat de huidige Surinaamse legerleider Sedney in maart 1985 bij de Rijswijkse moorden betrokken is geweest.Kamerleden hadden om opheldering gevraagd nadat een inlichtingenofficier onlangs verklaarde dat Sedney de operationele off achter de moorden was. Politie en justitie zouden op de hoogte zijn van zijn inlichtingenrapport en de zaak doelbewust hebben stilgehouden. Volgens Sorgdrager is ook niet gebleken dat ambtenaren van Buitenlandse Zaken en Justitie bemoeienis hadden in het opsporingsonderzoek.zij verwijst verder naar de arrestatie van vier Surinamers, waarvan er één in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Doordat hij zich onttrok aan het verdere opsporingsonderzoek, zijn verdere concrete strafvorderlijke resultaten uitgebleven en is het gerechtelijk vooronderzoek gesloten.
8 juni 1996
Haagse Courant. Man verdacht van leveren wapens aanslag Rijswijk.
Een uit Suriname afkomstige Rotterdammer die in 1985 korte tijd heeft vastgezeten in verband met een drievoudige moord in Rijswijk, wordt er van verdacht de wapens te hebben geleverd waarmee de terroristische aanslag is gepleegd. Dat blijkt uit een geheim rapport dat de Centrale Recherche Informatiedienst in 1986 uitbracht. De afgelopen tijd komen voortdurend nieuwe feiten en aanwijzingen omtrent het misdrijf naar boven.De weekkrant Suriname wilde daarom de komende week een oproep plaatsen met een telefoonnummer van de Rijswijkse recherche waarnaar mensen met informatie kunnen bellen. Het Openbaar Ministerie weigert daaraan medewerking te verlenen. “Wij kunnen altijd nieuwe informatie gebruiken” zei persofficier mr. Horstink gisteren “maar we beginnen in deze zaak geen procedure voor een media-oproep. De vraag waarom het OM dat niet wil, wil de persofficier niet beantwoorden. Aan weekkrant Suriname zou Horstink hebben gezegd daartoe opdracht te hebben gekregen van de behandelend officier van Justitie.