Speech Sietske van Putten tijdens 8 december herdenking

Opheldering van de Rijswijkse moordzaak

Geachte aanwezigen,

In 1985 op vrijdagmorgen 8 maart werd ik s’ochtends uit mijn bed gebeld door mijn moeder. ‘Er is iets heel ergs met Willem’ zei ze. ‘Hij is neergeschoten’. Hè, hoe kan dat dan? vroeg ik in paniek. ‘Er was een schietpartij in de oefenruimte van de band waar hij speelde’ antwoordde mijn moeder.

Behalve in paniek was ik verbijsterd en in shock. Mijn jongste broer, gebruikte geen drugs, zat niet in het criminele circuit en was geen politiek activist. Hij had geen vijanden, hij was een sociale jongen, die samenwoonde met zijn vriendin en die hield van het leven, van mensen, van dieren en van muziek maken.

Mijn broer Willem van Putten en twee andere mannen- Albert Kneefel en Fred Bakker – waren zoals de politie het omschreef- in koelen bloede geëxecuteerd. Twee andere mannen van de band werden in het hoofd geschoten, maar overleefden de aanslag. Omdat het in Rijswijk was waar de moorden hebben plaats gevonden is dat later bekend geworden als de Rijswijkse moorden.

Al heel snel werd ons duidelijk dat hier sprake was van een vergismoord. De aanslag was niet bedoeld voor de muziek-makende jongens, maar voor de leden van de Bevrijdingsraad voor Suriname. Deze hield kantoor in hetzelfde pand in Rijswijk. De verdenking ging al gauw uit naar het Bouterse regime als opdrachtgever voor deze vreselijke aanslag. De Rijswijkse politie, hield zich echter op de vlakte. Er was volgens hen geen sprake van een politieke moordaanslag.

Na 2,5 maand werd het politieonderzoek stilgelegd. De politie had nog meer te doen, zo lazen wij in de krant. Het spoor was doodgelopen zei de politie. Ik heb nadien diverse keren aan de bel getrokken om opheldering te krijgen over de opsporing. Bij de Tweede Kamer, de minister van Justitie, de betrokken officieren van Justitie. Elke keer was het antwoord hetzelfde. Het spoor is doodgelopen in Suriname, de politiek heeft hier niets mee te maken. Over de opdrachtgever van de aanslag tasten wij volkomen in het duister.

Er bleven echter met tussenposen berichten in de pers verschijnen dat het onderzoek naar de Rijswijkse moorden van hogerhand werd tegengewerkt. Zeker in de 90er jaren, toen inmiddels het onderzoek naar Bouterse en zijn handlangers voor drugstoevoer naar Nederland moeizaam op gang kwam. Toen zwollen de geruchten aan dat bepaalde kringen (bedoeld werd, de Ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken) het onderzoek tegen Bouterse bemoeilijkten.

De aanslag is nooit opgehelderd, de moordenaars nooit vervolgd. De Rijswijkse moorden zijn in de doofpot verdwenen.

Zoals in Suriname meer slachtoffers van het Bouterseregime zijn gevallen dan alleen de 15 van de 8 december moorden, zijn er ook in Nederland behalve de Rijswijkse moorden meer aanslagen gepleegd en slachtoffers gevallen door de Bouterse dictatuur. Geen van deze op Nederlands grondgebied gepleegde aanslagen en moorden is ooit opgelost. Toeval?

In 2021 publiceerde NRC-journaliste Anna Korterink de 10 -delige podcastserie “Het geheim van Rijswijk”, waarmee de Rijswijkse moorden weer in de publieke belangstelling kwamen.

Anna heeft veel sporen gevolgd, maar ook zij liep dood op de vele geheimen en geheime documenten die er rond de Rijswijkse moorden zijn blijven bestaan.

Naar aanleiding van de podcast hebben een aantal nabestaanden en een overlevende, het initiatief genomen om via advocaat Liesbeth Zegveld opheldering te eisen. Op 3 november hebben we een verzoekschrift bij de Staat ingediend, waarin we inzage willen in alle relevante documenten.

Waarom zijn sommige documenten die betrekking hebben op de Rijswijkse moorden Staatsgeheim? Wat wordt er verborgen gehouden en waarom? Hield Nederland Bouterse de hand boven het hoofd?

Wij hebben recht op die informatie, we willen de waarheid weten. De archieven moeten open.

Ook in Suriname leeft de wens om opheldering te krijgen over de rol die Nederland speelde bij de coupe van de sergeants en de daarop volgende militaire dictatuur.

De geschiedenis kun je niet achter je laten als je niet weet wat er gebeurd is, als er geen gerechtigheid heeft plaats gevonden. En zonder verleden geen toekomst. Het gaat hier om de toekomst van de democratische rechtsstaat. Zonder democratische rechtsstaat is er geen toekomst. Dat geldt zowel voor Nederland als voor Suriname.