Het onderzoek naar de Rijswijkse moorden loopt na ongeveer een jaar vast. Er worden diverse verdachten aangehouden, maar allen worden na verloop van tijd weer vrijgelaten.
Één van de verklaringen die wordt gegeven voor het vastlopen van het onderzoek is dat het rechtshulpverdrag tussen Nederland en Suriname is opgeschort na de decembermoorden. Hierdoor is geen onderzoek in Suriname mogelijk is.
Cocaïne
In Nederland loopt vanaf begin jaren tachtig de cocaïnetoevoer vanuit Suriname hard op. Bouterse was hierbij in het vizier van de opsporingsdiensten, maar door politieke gevoeligheden in Den Haag, is de zaak afgeblazen.
In 1989 trad Hirsch Ballin aan als minister van Justitie. Hij verbaasde zich dat er geen dossier was over Bouterse. Het interregionaal rechercheteam Den Haag begint met onderzoek naar de Columbia-Paramaribo drugsconnectie. Hiervoor wordt het z.g. CoPa-team opgericht. Desi Bouterse is verdacht als leider van het z.g. Suri-kartel. Tot het begin van de jaren 90 heeft het geduurd voordat men de cocaïnemaffia enige slagen kon toedienen. Dat is voor een groot deel te danken geweest aan de Surinaamse politiecommissaris Santokhi (nu de president van Suriname).
Hervatting rechtshulpverdrag
Op 26 maart 1993 meldt de Haagse Courant dat er een protocol in voorbereiding is om het rechtshulpverdrag tussen Nederland en Suriname weer te hervatten. Als gevolg hiervan zou het onderzoek naar de Rijswijkse moorden opnieuw geopend kunnen worden.
CoPa-team
Hoofdofficier van Justitie Van der Voort is verantwoordelijk voor het Nederlandse aandeel in het CoPa-onderzoek naar het z.g. Suri-kartel dat vanaf het begin van de jaren ’80 tonnen Colombiaanse cocaïne naar en door Nederland smokkelt. De persoonlijke betrokkenheid van Desi Bouterse bij dit kartel is al vanaf halverwege de jaren ‘80 bij Justitie bekend. In 1994 start het CoPa-team dan ook een gerechtelijk vooronderzoek tegen de voormalige legerleider.
Tegenwerking
Tot Van der Voorts verbazing wordt het onderzoek echter tegengewerkt door een aantal topambtenaren van Justitie, Buitenlandse Zaken, Algemene Zaken en Binnenlandse Zaken (BVD), die gezamenlijk bekend staan als “De Groep”. Volgens Van der Voort waakt deze club min of meer op eigen gezag over de relaties met Suriname en houdt zij Desi Bouterse de hand boven het hoofd. Ook minister van Justitie Winnie Sorgdrager doet veel om de zaak te vertragen en belangrijke functionarissen in het opsporingsteam over te plaatsen.